Dat museum van John Soane is geweldig. Ik heb mijn eigen voornemen opgevolgd en heb er van de week weer een keertje rondgehangen. Ik weet nu al dat ik het nog tenminste tien keer kan bezoeken voordat ik me zal gaan vervelen, maar zelfs dan zijn er waarschijnlijk nog verrassingen te ontdekken.
Hoe geweldig het ook is, het museum is desondanks niet de belangrijkste verdienste van Soane. Die eer valt toe aan de graftempel die hij ontwierp toen zijn geliefde Elize hem ontviel. Dat was in 1805, Soane zelf zou tot 1833 leven. Daarna liet hij zijn huis/museum na aan de Britse staat, op voorwaarde dat er niets zou veranderen.
Het betekent dat het ontwerp voor de graftempel die Soane voor zijn echtgenote maakte, al bijna twee eeuwen op dezelfde plek in eetkamer annex bibliotheek staat. Het is een elegante tempel in de voor Soane karakteristieke classicistische stijl.
Bijna een eeuw na het overlijden van Soane werd de architect Giles Gilbert Scott een trustee van het museum. Hij moet dus de tekening van de graftempel hebben zien hangen toen hij in 1925 meedong naar de opdracht om een nieuw ontwerp te maken voor de Britse telefooncel. Scott won met een ontwerp dat is gebaseerd op de tempel die Soane ontwierp.
De K2, zoals de telefooncel van Scott is gaan heten was vermaard, maar Scott ontwierp in de loop der jaren nog diverse andere varianten, waarvan de K6, uit 1935, ontworpen naar aanleiding van het zilveren kroningsjubileum van koning George V, de meest populaire is. De K6 is wat kleiner dan de K2, maar vanwege de variatie van de raampjes in de cel nog eleganter.
Bij een nationale peiling naar ontwerpen waar de Britten trots op waren kwam de Rode Telefooncel als de ‘meest iconische’ uit de bus, ruim voor de dubbeldekker en de Britse Union Jack-vlag. Het was dan ook meer dan terecht dat de Royal Mail de telefooncel onderdeel maakte van een serie van tien postzegels met de favoriete Britse ontwerpen, al hoeft het niemand te verbazen dat de Penguin-pocket mijn favoriet is.
Wat die telefooncellen betreft herinner ik me een zoektocht, samen met Patrick, ruim tien jaar geleden, naar het kerkhof voor afgedankte telefooncellen, ergens langs het spoor tussen Redhill en Croydon, een dagelijkse hoogtepunt op de treinreis tussen London Bridge en Brighton.
We mochten er toen niet rondstruinen, op dat kerkhof. Dat was jammer. Nog steeds zou ik graag een oude cel op de kop tikken om er, in mijn volkstuintje, een kas van te maken. Alleen al van de gedachte om met de oude telefoon te kunnen sproeien, heb ik sinds die tijd veel plezier. Dat plezier is alleen maar groter nu ik weet dat Soane feitelijk de geestelijke vader van deze telefooncel is.